Ylva – muts met struktuurpatroon
Een muts met een structuurpatroon die omkeerbaar is. Allebei de kanten zijn zo mooi dat ze allebei gedragen kunnen worden. De dubbelgevouwen rand houd je oren lekker warm. Brei een bijpassend cowl en gebruik ze samen of los van elkaar.
Ylva – muts met struktuurpatroon
Een muts met een structuurpatroon die omkeerbaar is. Allebei de kanten zijn zo mooi dat ze allebei gedragen kunnen worden. De dubbelgevouwen rand houd je oren lekker warm. Brei een bijpassend cowl en gebruik ze samen of los van elkaar.
Designer: Stine Hoelgaard Johansen
Foto: Daniel Bernstål
Vertalen: Marja van Halteren
Versie: 1
Productnummer: 92710
Patroon informatie
Gebruikt garen: Alpacka Solo (100 % alpaca. Ca 50 g = 167 m)
Garencategorie: Sport
Alternatieve garen keuzes:
Järbo 2 tr ull (100 % wol. 100 g = 300 m)
Elise (60 % katoen, 40 % acryl. Ca 50 g = 168 m)
Junior (70 % acryl. 30 % polyamide. Ca 50 g = ca 168 m)
Ístex Kambgarn (100 % merino. Ca 50 g = 150 m)
Stekenverhouding: Ca 23 st x 31 t op nld 3,5 mm in tricotst = 10 x 10 cm
Maten: XS (S) M (L) XL (2XL)
Omtrek hoofd: Ca 52 (54) 56 (58) 60 (62) cm
Omtrek muts met omhoog gevouwen boord: Ca 47 (50) 53 (57) 60 (60) cm
Opgevouwen boord: (na samenbreien) Ca 10 (10,5) 11 (11) 11,5 (11,5) cm
Lengte muts met opgevouwen rand: Ca 20 (21) 24 (24) 27 (27) cm
Verbruikt: Ca 100 (100) 100 (100) 200 (200) g (kl 29109, Lingonberry Red)
Rondbreinaald: 2,5 mm (80 cm) en 3,5 mm (80 cm)
Sokkenbreinaald: 3,5 mm
Moeilijkheidsgraad: **
Bijpassend cowl: 92711
Afw: afwisselend (elke tweede toer), afh: afhalen, afk: afkanten, AK: Averechtse kant, ai: achter insteken, in de achterste lus insteken, av.: averecht, Dstk: Dubbele stokje, gedr.: achter insteken, gedraaid breien, GK: goede kant, herh: herhalen, HK: hoofdkleur, Hstk: Halve stokje, HV:Halve vaste, Ksteek: kantsteek, kl.: kleur, kab: kabel, k.n.: kabelnaald, L: losse, LLM: naar links leunende meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, LLM2: Naar links leunende meerdering 2 steken: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een rechte steek, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd, LLAV: Naar links leunende averechte meerdering: steek linker naald van voor naar achter onder horizontale draad tussen de steken. Brei door de achterste lus een averechte steek. m: markeerder, m.overh.: markeerder verplaatsen van de linker naald naar de rechter naald, mind: minderen/mindering, M1: maak 1 = meerderen door verbindingslus op te halen, ribst: ribbelsteek, r: recht, RLM: naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een rechte steek. RLM2: Naar rechts leunende meerdering: steek linker naald van achteren naar voren onder horizontale draad tussen de steken, haal deze niet af, brei in de achterkant van dezelfde steek nogmaals, haal af, 2 steken gemeerderd. RLAV: Naar rechts leunend, averechte meerdering: steek linker naald van achter naar voor onder horizontale draad tussen de steken. Brei met deze lus een averechte steek, overh.: overhalen, omsl: omslaan, PM: plaats markeerder, sam: samen, st: steek, steken, Stk: stokje, Stk-gr: stokje-groep t.: toer, VK: Verkeerde kant, 1overh. 1r.overh: haal 1 steek over, 1 steek recht breien en haal de overgehaalde steek over de gebreide steek. 3dbst: Driedubbele stokje, 5lstb: steekboog met 5 losse.
Lees eerst het hele patroon door om onduidelijkheden te vermijden.
Markeer de gekozen maat met een gekleurde pen zodat het makkelijker is het patroon te volgen.
Brei/haak altijd een proeflap: Wij raden aan om eerst een proeflap van 12 x 12 cm te breien/haken om de steekverhouding te kontrolleren. Kies evt. een dikkere of dunnere naald om de juiste steekverhouding te krijgen.
Telpatroon; Het is makkelijker het telpatroon te volgen als u een liniaal legt, langs de rij die u aan het breien bent.